De centrale vraag in deze procedure was of de voormalige vriendin van de moeder op grond van de wet zou kunnen worden verplicht tot betaling van een onderhoudsbijdrage voor de kinderen, die tijdens de relatie met de moeder zijn geboren.

De wet (artikel 1:394 BW) bepaalt dat de man die als levensgezel van de moeder heeft ingestemd met een daad van verwekking, als ware hij ouder, kan worden verplicht tot betaling van een bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van het kind.

De wet beperkt de onderhoudsplicht dus tot de mannelijke partner van de moeder die heeft ingestemd met verwekking. Doel van deze wettelijke bepaling is geweest om de positie en de rechten van kinderen, geboren binnen een huwelijk en kinderen geboren buiten een huwelijk zoveel mogelijk gelijk te trekken.
Bureau Clara Wichmann ondersteunde deze procedure om de onderhoudsverplichting voor een minderjarige niet te beperken tot een mannelijke levensgezel.

Positieve Uitspraak

De uitspraak van Rechtbank Breda op 19 november 2009 doet recht aan de gelijke behandeling van minderjarigen die uit een relatie van homoseksuele en lesbische partners worden geboren. Uit de uitspraak volgt dat de verplichting tot betaling van een onderhoudsbijdrage voor een minderjarige niet uitsluitend is beperkt tot een mannelijke levensgezel. Ook een vrouwelijke levensgezel kan hiertoe worden verplicht

Deel dit artikel: